WGA- of IVA uitkering
Na de WIA-beoordeling beslist UWV voor hoeveel procent de medewerker arbeidsongeschikt is en welke uitkering hij of zij eventueel krijgt. Er zijn namelijk twee WIA-regelingen: de WGA-uitkering en de IVA-uitkering.
WGA: Werkhervatting Gedeeltelijk Arbeidsgeschikten
Deze uitkering is bedoeld voor een medewerker die (in de toekomst) wel weer (gedeeltelijk) aan de slag kan. Krijgt de medewerker een WGA-uitkering, dan kan dit financiële consequenties hebben voor de werkgever.
IVA: Inkomensvoorziening Volledig Arbeidsongeschikten
Deze uitkering krijgt een medewerker als hij of zij niet of nauwelijks nog kan werken en de kans op herstel klein is. Deze uitkering betaalt UWV aan de medewerker.
Wanneer een WIA-uitkering?
UWV beoordeelt of leidinggevende en medewerker zich beiden voldoende hebben ingespannen om re-integratie mogelijk te maken.
- Is de inspanning voldoende, dan zal het UWV de medewerker oproepen voor een WIA-beoordeling om te bepalen welke WIA-uitkering de medewerker eventueel kan krijgen.
- Oordeelt het UWV dat de inspanning onvoldoende was? Dan krijgt de werkgever van het UWV een sanctie die hem verplicht tot maximaal één jaar extra loondoorbetaling en re-integratie-verplichtingen.
Wanneer WGA en wanneer IVA?
Het UWV bepaalt na de WIA-keuring op basis van het arbeidsongeschiktheidspercentage voor welke WIA-uitkering de medewerker in aanmerking komt:
- Bij minder dan 35% arbeidsongeschiktheid komt de medewerker niet in aanmerking voor een WIA-uitkering.
- Is de medewerker tussen de 35% en 80% arbeidsongeschikt, dan komt hij of zij in aanmerking voor de WGA-uitkering. Die bedraagt in het begin minimaal 70% van het oude loon. Later wordt dit bedrag lager. Dit inkomen is aan te vullen met loon uit passend werk.
- Is de medewerker tussen de 80% tot 100% arbeidsongeschikt, maar is werken op den duur wel weer mogelijk? Ook dan krijgt hij of zij een WGA-uitkering. Die bedraagt minimaal 70% van het oude loon, zolang het percentage van arbeidsongeschiktheid niet verandert.
- Is de medewerker tussen de 80% tot 100% arbeidsongeschikt bevonden en heeft het UWV de inschatting gemaakt dat werken ook op lange termijn niet meer mogelijk is, dan komt hij of zij in aanmerking voor een IVA-uitkering. Deze uitkering bedraagt 75% van het oude loon.
Financiële consequenties
De werkgever betaalt altijd mee aan de kosten voor een WGA-uitkering. Dit kan op twee manieren:
- Betalen aan de Belastingdienst: premiedifferentiatie
Werkgevers dragen samen de kosten voor arbeidsongeschiktheidsuitkeringen door premie te betalen. Als een medewerker een WGA-uitkering krijgt, gaat de werkgever bovenop die basispremie mogelijk een extra, gedifferentieerde WGA-premie (de ‘gedifferentieerde premie Werkhervattingskas’) betalen. Of dit het geval is en hoeveel dit bedraagt hangt af van de bedrijfsgrootte en branche. De duur is maximaal 10 jaar.
- Zelf betalen: eigenrisicodrager worden
De werkgever kan ook zelf de kosten voor de WGA op zich nemen. In ruil daarvoor betaalt hij UWV geen gedifferentieerde premie. Je wordt dan ‘eigenrisicodrager’. UWV stuurt dan maandelijks een factuur voor de WGA-uitkering van de medewerker. Ook blijft de werkgever verantwoordelijk voor re-integratie van je deels arbeidsongeschikte medewerker. De werkgever kan bij een verzekeraar een verzekering afsluiten die deze WGA-risico’s dekt.
Advies voor werkgevers
Wat kan de werkgever het beste kiezen –zelf de WGA-kosten op zich nemen (en zich hiervoor eventueel verzekeren) of de gedifferentieerde premie betalen aan UWV? Daar is helaas geen eenduidig antwoord op te geven, want het verschilt per bedrijf.
Een assurantietussenpersoon of een verzekeraar kan dit voor de werkgever in kaart brengen. Met deze informatie kan de werkgever overwegen of het bij hem past om zelf de WGA-kosten op zich te nemen. Vervolgens kan hij samen met een assurantietussenpersoon of een verzekeraar kijken welke mogelijkheden er zijn en wat de verzekering gaat kosten, zodat hij dit kan vergelijken met de premie van het UWV.